Gedeelten uit de brief van Cees Andriessen voorgelezen tijdens de opening van de expositie 'Vice Versa' 2017
...Beste Theo
Gerrit vroeg me een brief te schrijven, een brief om hier voor te lezen, een brief ter gelegenheid van de opening van jullie tentoonstelling hier in het ACEC. Wat woorden over jullie werk en de betekenis daarvan. Maar woorden zijn weerbarstig in mijn handen, ze zoeken hun weg en gaan met me op de loop. Met enige schroom neem ik dan ook mijn pen en terwijl ik de eerste regel schrijf klinkt Brahms, zijn Altrapsodie.
Bestaat er toeval?
Ik herinner me dat ik lang geleden, het waren de vijftiger jaren van de vorige eeuw, mijn zakgeld spendeerde aan een LP met deze muziek. Brahms zijn Altrapsodie met op de keerzijde “Vier ernstige gezangen” gezongen door Aafje Heijnis. “O Tod wie bitter bist du”. Was hier sprake van twijfel en melancholie van de adolescent die wanhopig zijn weg zocht in het veelkleurig landschap van de kunsten, een nieuwsgierigheid naar een wereld die nog niet de mijne was? Ik weet het allang niet meer. De muziek is gebleven, de melancholie vond zijn vorm, de nieuwsgierigheid bleef en ik vervolgde mijn weg. De muziek, van de Altrapsodie, is meeslepend, elke massaliteit ontbreekt, een vrouw, een stem. Klanken sober en zuiver. Aan het einde overstemt een mannenkoor de droefheid en eenzaamheid en klinkt er hoop en troost.
Is dit toeval of lopen er lijnen en zijn er verwantschappen naar het werk van jullie beiden? Muzikaliteit maar ook melancholie kan het werk niet ontzegd worden. Er zijn herhalingen zonder variaties op een thema te worden. Ook bij jullie geen massaliteit maar een sober noteren wat voor jullie beide -voor even - herinnerd moet worden. Iets dat ons raakt, zonder dat we het direct kunnen benoemen.
In mijn woonkamer zijn jullie werken als vanzelfsprekend opgenomen en hebben daar een plaats gekregen.
…
Of het toeval is of niet, ook het werk van Theo Semeijn hangt naast een, nu veelkleurig, werk van Christiaan Paul Damsté. Het is een klein, haast vergeten, houten plankje met daarop een zwart gelijmd menghoutje. Daaronder, in dezelfde dikte, een zwart geschilderde lijn die van links naar rechts de randen raakt. Een kleine ingreep, en wie niet oplet, heeft het niet gezien. Maar juist hierdoor heeft een ogenschijnlijk onbeduidend stukje hout zijn betekenis weer gekregen, een betekenis die de kwetsbaarheid van ons bestaan aanraakt en ook hoop biedt, als je het wil zien!
Boven het werk van Theo een kleine ets van Rembrandt uit 1635. Een mars-kramer die brillen verkoopt.
Kan het symbolischer? Brillen om mee te kijken. Maar bij Theo‘s … werk gaat het niet om kijken maar om ZIEN.
ZIEN vergt inspanning, aandacht; ZIEN is twijfel, betrokkenheid; ZIEN is zoeken; ZIEN stelt vragen óf zoals Antoine de Saint Exupéry het verwoordde “alleen met je hart kun je goed zien want het wezenlijke blijft voor het oog verborgen”.
Theo was revalidatie arts …. Theo blijft misschien wat dichter bij zijn medische professie. Kleine, soms onooglijke, vaak gevonden, resten brengt hij weer samen. Geeft ze weer een vorm van herstel mee, schenkt ze een nieuwe betekenis. Hij maakt een stukje vergeten hout weer VALIDE!
Brahms zwijgt, zijn Altrapsodie, gezongen woorden van Wolfgang von Goethe, herinneringen die voor even samen vallen en bij elkaar willen horen.
Tot slot, veel succes met deze tentoonstelling en bedenk: “We zullen ZIEN!”
Cees Andriessen
Apeldoorn, maart 2017